Geschiedenis - Molen [1] - Gemeente Jurgensland

het Jurgensmuurtje
het verdroncken land van
Jurgensland
GEMEENTE JURGENSLAND
GEMEENTE JURGENSLAND
Ga naar de inhoud

Geschiedenis - Molen [1]

Geschiedenis
Lang is er de nodige onzekerheid geweest over de Jurgenslander bovenkruier. Toch blijken er de laatste tijd gegevens binnen te druppelen welke wij u niet willen onthouden:
Auteur: leo middelkoop
Jurgensland ligt halverwege Juinen en Herejezusveen, niet ver van het buurtschap Dwarsweg.

De korenmolen 'De Hoop' aldaar werd na jarenlange stilstand in 1931 onttakeld tot romp. In de 17e eeuw verging het de molen beter: de standerdmolen, voorganger van de in 1931 grotendeels verdwenen stellingmolen, was een dwangmolen. Zelfs de burgers van Borstharen, Liede en De Brucht (dat laatste dorp toch zeker op vijf werst afstand) waren verplicht, daar hun graan te laten malen.

De romp van 'De Hoop' werd in 1961 gesloopt tijdens de demping van de Wetering. De molen lag 'op het tracé' en moest er dus aan geloven; alleen de onderbouw overleefde de sloop nog tot 1971. In zijn nadagen diende de onderbouw nog een tijd als garage.

Alleen echte kenners ontdekken ter plaatse in de verhoging van het talud nog de plek, waar eens een malende molen stond, maar ook zij kunnen er geen chocola meer van maken. Het is voorbij. Ook dit verhaal.

De laatste molenaar heette De Vries.

Over het molenrecht van De Brucht nog dit: in de 18e eeuw ontstond een conflict tussen Otto, heer van Beun en Wenzel, graaf van Jurgensland. De eerste eiste het molendwangrecht op en meende dat Wenzel zijn belangen schaadde. Uiteindelijk werd dit in 1798 opgelost. Afgesproken werd toen, dat de Graaf van Jurgensland jaarlijks aan de Heer van Beun het bedrag van ƒ 6,23 plus een varken zou betalen. Dit leidde nog tot een merkwaardige traditie: de bewoners van Jurgensland en Dwarsweg hebben jarenlang tijdens de Dwarse Kermis een varkenskop op een spies tentoongesteld. Gedurende drie dagen was deze kop te zien (en te ruiken).

In 1937 werd het bedrag van ƒ 6,23 jaarlijks afgekocht bij Mr. J. van Veen, notaris te De Brucht. Het tentoonstellen van de varkenskop op de kermis werd in 1942 door de bezetter verboden, omdat verondersteld werd dat hiermee het Duitse gezag belachelijk werd gemaakt. Na de Tweede Wereldoorlog werd deze traditie niet meer in ere hersteld, mede omdat de burgers van Jurgensland en Dwarsweg onenigheid kregen over de vraag, wie het recht had om als eerste de spies op te richten.

Zoals uit het eerdere tekstfragment al af te leiden was, stond de romp van 'De Hoop' in het geheel niet op het tracé: pas toen het achtkant al was verdwenen kwam vast te staan dat de route van de aan te leggen weg zes meter van de onderbouw af kwam te liggen. Zodoende kon de onderbouw de sloop van het achtkant nog 10 jaar overleven. Bij de sloop van het onderachtkant in 1971 werden kademuren aangetroffen; hieruit kon worden afgeleid dat het vroeger mogelijk moet zijn geweest om vanaf de Wetering met een schuit de molen binnen te varen. Volgens sommigen is één van de twee blauwe stenen van 'De Zwaluw' te Werdeheim uit 'De Hoop' te Jurgensland afkomstig. Dat zou dan echt de laatste herinnering aan deze molen zijn.

Met vriendelijke groet,
Leo Middelkoop
Molenaar van de Kolderlandse Bovenmolen
Terug naar de inhoud