Geschiedenis - Molen [2]
Geschiedenis
In de doorgaans ontoegankelijke archieven van het Openluchtmuseum heb ik nog wat meer over de molen van Jurgensland kunnen achterhalen. Het blijkt dat deze molen voor de laatste molenaar de Vries jarenlang is bemalen door het roemruchte molenaarsgeslacht van Bil.
Met name Hendrik van Bil, bijgenaamd de mulder met de lange vingers, duikt in de archieven op als een goede vakman. Met die lange vingers keurde hij het meel, en telde hij zijn maalloon. Hij was niet onbemiddeld, een bewijs dat men in die dagen toch heel goed van de wind leven kon. Maar hij deed meer. Hij stond bekend als een zeer bekwaam steenscherper. Door molenaars in de wijde omtrek werd hem gevraagd om zo nu en dan de stenen te komen scherpen, en zo kunnen wij heden ten dage nog tot ver voorbij Heerejezusveen op een aantal molens het zo karakteristieke van Bil scherpsel op de maalstenen aantreffen, met rechte enigszins opgerichte kerven.
Uit enkele half vergane documenten die mij pas na lang aandringen en met grote terughoudendheid door een conservator van het museum ter inzage zijn gegeven valt ook onomwonden het verband tussen "scherpen" en "billen" af te leiden. Hier wordt door vele molendeskundologen al zeer lang naar gezocht.
Billen, de vakterm voor steenscherpen geeft buiten het molenaarsgilde vaak aanleiding tot enige hilariteit. Men zag niet direkt veel verband tussen het nauwgezette ambacht van het steen scherpen, en de onderzijde van de rug, het zitvlak, de billen dus, en de functie die die doorgaans hebben. Daar werd vaak wat lacherig over gedaan, en zeker in combinatie met het bij het scherpen gebruikte werktuig, de bilhamer, werden de molenaar soms zelfs perverse neigingen toegeschreven. Geheel onterecht ..... edoch, oorspronkelijk wellicht toch niet helemaal, met betrekking tot Hendrik van Bil.
Hendrik van Bil stond namelijk ook bekend als een mulder die hem, zoals men dat in de streek rond Jurgensland wel omschrijft, "vrij losjes in de broek had hangen". Er wordt in één archiefstuk zelfs gesuggereerd dat achterstallig maalloon bij hem ook "in natura" kon worden voldaan, door een nachtelijk bezoekje van de vrouw of bij voorkeur een opgroeiende jonge dochter van de boer die z'n rogge bij Hendrik had laten malen. Wellicht kon er voor het scherpen een soortgelijke tegenprestatie worden geleverd. De plattelandsgebruiken waren ruw en onbeschaafd in die dagen, onze omgangsvormen zijn inmiddels een stuk verfijnder geworden.
Het Openluchtmuseum betwijfelt overigens de authenticiteit van dit document. Maar er moeten in Jurgensland nog verscheidene afstammelingen van Hendrik van Bil rondlopen, vaak te herkennen aan hun lange vingers.
En het moge duidelijk zijn dat de nog regelmatig gepraktiseerde uitdrukking "van bil gaan" direkt terug te voeren is op de handel en wandel van Hendrik van Bil, mulder te Jurgensland.
Onlangs heeft onze amateurgenealoog en amateurgynaecoloog P.Q. Jurgensch op internet een compleet aan de Jurgensmolen geweide website gevonden:
Auteur:
Rolf Klip